dinsdag 26 februari 2013
Vrijstaat Amsterdam
Midden in de crisis mag Amsterdam op 30 april een extra feestje organiseren. Naast onze gebruikelijke festiviteiten op die dag, is de stad ook gastvrouw van het feest van de monarchie; de inhuldiging van de nieuwe koning. Ondanks een groot aantal steekhoudende argumenten tegen de monarchie, is het gros van de Nederlandse bevolking nog steeds oranjegezind. Er is echter ook een aanmerkelijk deel van de onderdanen van ons aanstaand monarch die daar anders over denkt. Juist op 30 april moeten zij in Amsterdam alle ruimte krijgen om hun mening openlijk te ventileren.
Dat lijkt vanzelfsprekend in de Vrijstaat Amsterdam, maar waakzaamheid is geboden. Nog voor dat er in de gemeenteraad iets was besproken hoe de dag zou worden georganiseerd, roerden onze liberale coalitiepartners zich al. Om situaties als in 1980 te voorkomen pleit de fractievoorzitter van de VVD voor onorthodoxe maatregelen om de veiligheid van edellieden en hoogwaardigheidsbekleders die onze stad die dag zullen aandoen, te garanderen. Dan gaat het om gebiedsverboden, de hele omgeving van de Dam onder controle (handig als je Vrankrijk weer eens dwars wil zitten), preventief fouilleren, een verbod op gezichtsbedekkende kleding of instrumenten (dat wordt nog wat als er Oranjeklanten zijn die de feestvreugde extra luister bij willen zetten met een fikse oranje zonnebril dan wel een oversized klomp op hun hoofd), en demonstranten verbannen naar het westelijk havengebied. Dit laatste is natuurlijk een schamele poging van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie om de verkwanseling van haar liberale gedachtegoed te verhullen door demonstraties niet volledig te verbieden, wat ze het liefst zou willen.
Nu zijn de eerste tekenen vanuit het gemeentebestuur geruststellend. De burgemeester heeft al op verschillende momenten duidelijk gemaakt dat uiteraard de veiligheid die dag moet worden gegarandeerd, maar dat het vooral een open feest moet zijn. Dus zo min mogelijk afgesloten delen van de stad en de ruimte voor protesten voor tegenstanders van de monarchie. Dat een georganiseerde demonstatie op de Dam niet wordt toegestaan, is wel logisch. Daar is nu juist de georkestreerde demonstratie vóór de monarchie gepland. Maar een enkeling met een protestbord kan daar volgens de burgemeester vrijelijk gaan staan. Dat is mooi en heel wat anders dan vorige week in Utrecht, waar een studente met haar kartonnen bord “Weg met de monarchie, het is 2013“ prompt door de overijverige politie werd aangehouden.
De VVD zal haar zin niet krijgen. En toch blijft waakzaamheid geboden. De burgemeester heeft aangegeven dat Amsterdam slechts gastvrouw is van het feestje. En wat gaan we doen als onze gasten straks toch meer repressieve maatregelen gaan vragen? Goed gastvrouwschap vraagt om duidelijke kaders, niet alleen richting Amsterdammers maar vooral ook richting onze gasten. Wat GroenLinks betreft zijn die eenvoudig: Een open stad, geen gebiedsverboden, geen preventief fouilleren en een goede plek waar mensen zichtbaar hun anti monarchale gevoelens kunnen demonstreren. Het Koningsplein is daarvoor natuurlijk de uitgelezen plaats, zeker als de oranjesloep daar langs komt varen. Ook goed voor ons aanstaand monarch om op de dag van zijn inhuldiging in de Vrijstaat Amsterdam, alle facetten van zijn koninkrijk te mogen aanschouwen.
dinsdag 2 oktober 2012
Solidariteit met de vluchtelingen in Nieuw West
Op dinsdag 25 september heeft een groep vluchtelingen hun tenten opgeslagen aan de Notweg in Amsterdam Nieuw West. Eerder stonden zij met hun provisorische kamp in de tuin van de Amsterdamse Diaconie. Het gaat om mensen die gevlucht zijn uit landen als Soedan, Somalië, Eritrea en Irak, wiens asielaanvragen zijn afgewezen, maar die niet terug kunnen naar hun eigen land.
Omdat ze zijn uitgeprocedeerd hebben ze geen recht op opvang. Door Europese regelgeving kunnen ze niet doorreizen naar een ander Europees land en ze kunnen ook niet naar het land van herkomst omdat ze bang zijn dat ze daar vervolgd worden of omdat ze eenvoudigweg niet meer worden toegelaten. Deze mensen kunnen letterlijk nergens heen. Ze zijn gedwongen op staat te leven of in de illegaliteit, met alle gevaren van uitbuiting, mensenhandel en misbruik die daarbij komen kijken. Zo leven vele vluchtelingen onzichtbaar in Nederland.
De vluchtelingen die nu bivakkeren in Nieuw West willen niet langer onzichtbaar zijn, zij willen gezien worden en hun problemen kenbaar maken aan de samenleving. Wat deze mensen doen is bijzonder. Ze willen ophouden met alleen te overleven en alleen voor zichzelf op te komen. Ze willen zich verenigen, elkaar ondersteunen, in de publieke sfeer naar voren treden en hun mening uiten. Deze mensen verdienen onze steun en onze solidariteit. Het is geweldig om te zien hoeveel Amsterdammers de vluchtelingen in hun tenten opzoeken en praktische hulp bieden, zoals voedsel, kleren en dekens tegen de kou. Buurtbewoners die hun huis openstellen zodat mensen kunnen douchen. GroenLinks Amsterdam heeft een oproep gedaan aan haar leden om warm voedsel, dekens, bouwzeilen en tenten te brengen naar de vluchtelingen in het kamp.
De gemeente Amsterdam moet zich ook solidair tonen door sanitaire en andere faciliteiten aan te bieden zodat de vluchtelingen menswaardig kunnen verblijven in hun kampement. Maar er is meer nodig. De gemeente moet in gesprek gaan met de vluchtelingen om gezamenlijk te zoeken naar meer structurele oplossingen. Immers, het probleem van deze mensen is ook het probleem van Amsterdam. Zij leven hier op straat, omdat het restrictieve rijksbeleid gemeenten verbiedt om opvang te bieden aan uitgeprocedeerde asielzoekers die niet kunnen worden uitgezet.
Het zou mooi zijn als Burgemeester van der Laan samen met de vluchtelingen naar Den Haag afreist en de heren Rutte en Samsom wijst op de gaten in het Nederlandse vluchtelingenbeleid. Nu is de uitgelezen kans om een humaner vluchtelingenbeleid op te nemen in het nieuwe regeerakkoord. Met de PvdA aan de onderhandelingstafel zou dat toch moeten lukken.
woensdag 14 maart 2012
Stoken voor de mussen
Stoken voor de mussen, de buitenlucht of voor onze lieve heer zoals mijn moeder zaliger het noemde als ik de buitendeur weer eens niet achter me dicht deed. Hoe je het ook noemt, buiten de kachel aanzetten is pure energieverspilling. Het is dan ook op zijn zachtst gezegd vreemd dat het college heeft besloten om terrasverwarming het hele jaar in de hele stad toe te staan. Dit besluit staat haaks op de ambitie die Amsterdam heeft om één van meest gastvrije en duurzaamste steden van Europa te zijn en te blijven. Vanuit die ambitie had het het college gesierd als het in reactie op de uitspraak van de Raad van State dat terrasverwarming op grond van milieuwetgeving niet kan worden verboden, een ontmoedigingsbeleid had ingezet.
Het college denkt de milieuschade te kunnen beperken door een convenant af te sluiten met Horeca Nederland waarin wordt vastgelegd dat ondernemers de minst milieuonvriendelijke kachels zullen gebruiken en geld storten in het klimaatcompensatiefonds. Dat klinkt aardig, maar uit de evaluatie van de pilot terrasverwarming in de stadsdelen Zuid en Centrum blijkt dat veel kroegbazen nog vrolijk stookten met elektrische kachels en dat er zeggen en schrijven nul euro is gecompenseerd. Handhaving op foute kachels bleek een te moeilijke opgave. Dat wordt dus nog wat als die energievreters straks in de hele stad hangen te branden. Het convenant is niet meer dan een doekje voor het bloeden. CO2 reductie behaal je niet door te compenseren, maar door geen energie te verspillen. Dat is les 1 in duurzaamheid.
Het is uitermate teleurstellend dat Amsterdam haar eigen duurzaamheidambitie zo verkwanselt. Een duurzame stad faciliteert geen energieverspilling. In een gastvrije stad kunnen bewoners en toeristen het hele jaar door op terrasjes zitten, onder een lekker warm rood I AMSTERDAM dekentje. Dat is ook nog eens reuze romantisch in de winterkoude.
woensdag 5 oktober 2011
Geen digitale slotgracht Amsterdam
“Amsterdam krijgt een digitale slotgracht” kopten de kranten op 7 september. De pers baseerde zich op een brief van burgemeester Van der Laan waarin hij voorstelt om de milieucamera’s aan de rand van de stad ook te gebruiken voor opsporing, door middel van automatische nummerplaat registratie. ANPR scant kentekens en gaat na of deze om de een of andere reden in een register van de overheid staan. Het kan dan gaan om criminelen en gestolen auto’s, maar ook om mensen met een openstaande boete, ongedocumenteerden of personen die ooit in aanraking zijn gekomen met de politie.
Praktisch gezien is het voorstel logisch: het is geldverspilling om naast de milieucamera’s ook nog eens een hele trits politiecamera’s op te hangen. Maar het gaat niet alleen om praktische overwegingen: veel belangrijker is de vraag naar nut, noodzaak en wenselijkheid van permanente ANPR aan de toegangswegen van Amsterdam. Het siert Van der Laan dat hij ANPR op een gedegen manier wil invoeren. Dat houdt in dat de informatiestromen van gemeente en politie strikt gescheiden blijven, dat slechts twee specifieke groepen in het register worden opgenomen (overlastgevende taxichauffeurs en criminele jongeren uit de Top 600) en dat op elke ‘hit’ een actie volgt.
Op zich nette uitgangspunten, maar hoe lang zijn die houdbaar? Het strikt gescheiden houden van informatiestromen strookt niet met het kort geleden ingevoerde principe van Eén Overheid, waarbij verschillende overheidsorganisaties juist gegevens met elkaar delen. Wat als de belastingdienst met het verzoek komt om ook wanbetalers op te nemen in het register? Of als de vreemdelingendienst vraagt om alle kentekens op te nemen van personen zonder verblijfsvergunning? Dit soort lijsten liggen op dit moment al klaar voor de politie in het landelijke programmabureau voor ANPR. In Rotterdam worden dag en nacht kentekens gescand aan de hand van ruim honderd hotlists. Het zal mij niet verbazen als ook in Amsterdam binnen afzienbare tijd een voorstel uit de raad komt om de camera’s voor meer doelstellingen in te zetten: ‘Ze hangen er toch, dan kunnen we ze ook maar beter gebruiken’.
Hetzelfde zagen we bij de gemeentelijke toezichtcamera’s in Amsterdam. Deze zijn in veel gebieden opgehangen om criminaliteit en overlast tegen te gaan, maar veel camera’s registreren hoofdzakelijk fout geparkeerde auto’s en wildplassers. Begrijp mij niet verkeerd, deze vergrijpen zijn ook mij een doorn in het oog, maar het is de vraag of we daarvoor verstrekkende instrumenten als camera’s moeten inzetten. Camera’s mogen volgens de Nederlandse Grondwet alleen worden ingezet als ze aan de criteria van subsidiariteit en proportionaliteit voldoen. Dat betekent dat het probleem niet op een andere, minder ingrijpende, manier kan worden opgelost en dat het instrument in verhouding moet staan tot de zwaarte van het vergrijp. Ik vraag me af of de Top 600 en overlastgevende taxichauffeurs aan die criteria voldoen. Een surveillance op de taxistandplaats op het Leidseplein of het Centraal Station levert waarschijnlijk meer heterdaadjes op dan een week monitoren met ANPR-camera’s. En de Top 600 gaat nu juist over personen die we kennen, waarvan we weten waar ze wonen en waar ze zich ophouden. Daar heb je geen digitale slotgracht voor nodig. Maar met het inzetten van de milieucamera’s voor ANPR voor die groepen zetten we wel de poort open om iedereen te scannen die om de een of andere reden in een overheidsregister staat. Misschien moeten we dat voor onze veiligheid over hebben? Helaas blijkt uit onderzoek dat ANPR-acties weinig informatie over criminelen opleveren: ze zijn vooral een efficiënt middel om openstaande boetes en belastingschulden te innen. Leuk voor de staatskas, maar Nederland wordt er niet veiliger op.
Volgens de wet kunnen met ANPR niet zomaar alle nummerplaten geregistreerd worden, alleen de zogenaamde hits mogen worden bewaard. Op dit moment ligt er echter een wetsvoorstel van het kabinet klaar om het juridisch mogelijk te maken om álle kentekens, dus ook de ‘no hits’, te registreren en gedurende langere tijd te bewaren. In Duitsland heeft het hoogste gerechtshof dit recent ongrondwettelijk verklaard, in het Verenigd Koninkrijk heeft de conservatieve regering besloten ANPR om privacyredenen aan banden te leggen en het Nederlandse College Bescherming Persoonsgegevens gaf een negatief advies over het wetsvoorstel. Maar daar wordt niet naar geluisterd. Als het doorgaat, zal straks iedereen die Amsterdam in of uit rijdt worden geregistreerd. Ik verwacht dan ook groot verzet van alle automobilisten die twee jaar geleden vanwege privacyschending in opstand kwamen tegen de invoering van het rekeningrijden.
Het is niet bewezen dat ANPR bijdraagt aan de veiligheid, terwijl de risico’s op privacyschending groot zijn. De Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid heeft gewaarschuwd dat nieuwe technologieën voor veiligheid vaak de grenzen van privacy en transparantie overschrijden. Met een regering in Den Haag die de grenzen maar al te vaak wil opzoeken, doen we er verstandig aan om er in Amsterdam maar niet aan te beginnen.
Dit stuk verscheen eerder als artikel in de NRC van 29 september 2011
De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie wil demonstratierecht inperken
Naar aanleiding van het ferme politieoptreden tijdens de krakersdemonstratie van afgelopen zaterdag geeft de Amsterdamse VVD bij monde van raadslid Frank van Dalen te kennen dat zij “het zouden begrijpen als de burgemeester de volgende keer dit soort protesten verbiedt”. Gelukkig reageerde burgemeester Van der Laan op deze verkapte oproep tot een demonstratieverbod met de woorden “Verbieden hoort niet bij Amsterdam”.
In een column op de website van de VVD zegt Van Dalen het demonstratierecht een belangrijk democratisch goed te vinden, maar dat de burgemeester ook verantwoordelijk is voor openbare orde en veiligheid en er daarom alle begrip voor is om toekomstige kraakdemonstraties te verbieden. Uit zijn verslag van de demonstratie die hij op de voet volgde, blijkt nergens dat op enig moment de veiligheid in het geding zou zijn geweest. De enigen die letsel hebben opgelopen waren demonstranten. Wel konden de “aanwezige horeca, die na een totaal verregende zomer eindelijk hun terrassen vol hadden, en de winkels de deuren sluiten. Het moet ze veel omzet hebben gekost.” Gelukkig is in dit land het recht om te demonstreren belangrijker dan het recht op omzet of het recht op een middagje ongestoord consumeren.
Dat het de VVD stoort dat krakers en sympathisanten een jaar na het kraakverbod hun stem nog steeds laten horen, is bekend. Maar bepaalde groepen het democratisch recht om te demonstreren te willen ontzeggen omdat men zich niet altijd aan de door de gemeente opgelegde spelregels houdt, is een directe aanval op de rechtstaat waar een rechtgeaarde liberaal zich voor moet schamen.
In een column op de website van de VVD zegt Van Dalen het demonstratierecht een belangrijk democratisch goed te vinden, maar dat de burgemeester ook verantwoordelijk is voor openbare orde en veiligheid en er daarom alle begrip voor is om toekomstige kraakdemonstraties te verbieden. Uit zijn verslag van de demonstratie die hij op de voet volgde, blijkt nergens dat op enig moment de veiligheid in het geding zou zijn geweest. De enigen die letsel hebben opgelopen waren demonstranten. Wel konden de “aanwezige horeca, die na een totaal verregende zomer eindelijk hun terrassen vol hadden, en de winkels de deuren sluiten. Het moet ze veel omzet hebben gekost.” Gelukkig is in dit land het recht om te demonstreren belangrijker dan het recht op omzet of het recht op een middagje ongestoord consumeren.
Dat het de VVD stoort dat krakers en sympathisanten een jaar na het kraakverbod hun stem nog steeds laten horen, is bekend. Maar bepaalde groepen het democratisch recht om te demonstreren te willen ontzeggen omdat men zich niet altijd aan de door de gemeente opgelegde spelregels houdt, is een directe aanval op de rechtstaat waar een rechtgeaarde liberaal zich voor moet schamen.
maandag 18 april 2011
Welkom op de Amsterdamse arbeidsmarkt
Vroeger, toen er nog internet nog niet bestond en dus ook geen online dating, stonden er in de Volkskrant van zaterdag minstens twee pagina’s contactadvertenties (in Vrij Nederland trouwens ook maar die hadden een wat ander karakter). In mijn studententijd mocht ik graag in het weekend met vriendinnen die pagina’s uitgebreid bestuderen. Niet om een partner te vinden (daar heb je immers de kroeg voor) maar om te koppelen. Per keer waren er volgens ons ten minste 10 personen die niet verder hoefden te zoeken, je kon hun advertenties gewoon al elkaar koppelen.
Woensdag las ik in de krant twee berichten die makkelijk aan elkaar kunnen worden gekoppeld. De eerste was dat VVD en D66 geen eersterangs en tweederangs expats willen. De tweede dat wethouder van der Burg de coördinerend wethouder voor Oost Europese arbeidsmigranten wordt.
Uit het eerste artikel blijkt dat het twee jaar geleden opgerichte expatcentrum, bedoeld om te helpen met de hele papierwinkel die in Nederland nodig is, alleen kenniswerkers en werknemers van bedrijven helpt waarmee een convenant is gesloten. De hoofdstedelijke fracties van D66 en de VVD zijn hier boos over en zeggen dat de gemeente door dit doelgroepen beleid een tweedeling in de expats creëert. Ik vind het punt dat ze maken terecht, maar wel opvallend. Toen het expatcentrum enige tijd geleden in de raad werd besproken en GroenLinks opperde dat het centrum ook diensten zou moeten aanbieden aan Oost Europese arbeidsmigranten, zagen de partijen daar niets in. Het centrum volgens hen niet voor iedereen bedoeld. Hoezo, geen eersterangs en tweederangs expats?
De problemen waar Oost Europese arbeidsmigranten mee kampen, en die soms ook kunnen leiden tot problemen voor de stad, worden veelal veroorzaakt omdat werkzoekenden slecht of niet geïnformeerd zijn over de mogelijkheden en onmogelijkheden voor werk in Nederland. Vaak komen ze binnen met een tijdelijk contract voor arbeidsintensief werk (het werk dat de gemiddelde Nederlander niet wil doen). Als het contract afloopt, en daarmee vaak ook de huisvesting, weten ze niet waar en hoe ze ander werk kunnen vinden. Sommigen weten zich te redden en komen via een (soms goed, maar helaas vaak een bedenkelijk) bemiddelingsbureau aan een nieuw tijdelijk contract. Anderen raken verdwaald en komen uiteindelijk op straat en in de maatschappelijke opvang terecht. Minister Kamp heeft al aangegeven dat hij werkloze Polen naar huis wil sturen (hartelijk dank dat u voor een schijnloontje hier de tomaten heeft geplukt maar we hebben u niet meer nodig, goede reis terug!) Terecht heeft Europees Commissaris Reding hem er op gewezen dat dat volgens de Europese regels helemaal niet kan.
Zou het niet veel logischer zijn als de arbeidsmigranten van waar dan ook, voor welke baan dan ook, worden ondersteunt door het expatcentrum. Nu werkt het voor hoogopgeleide personen, voor wie het inderdaad handig is dat de hele papierwinkel in een keer wordt geregeld, maar die dat met behulp van hun werkgever ook best zelf zouden kunnen. Terwijl degenen die letterlijk verdwaald raken in onze stad aan hun lot worden overgelaten. En dan is het de wethouder Zorg die als ze inderdaad bij de maatschappelijke opvang aan moeten kloppen, het gaat coördineren. Het coordinerende werk moet niet pas worden gedaan als mensen werkloos en dakloos zijn geworden, maar moet er op gericht zijn om dat te voorkomen. Door hen goed in te lichten en te ondersteunen in hun zoektocht naar werk en huisvesting.
In het expactcentrum dat mij voor ogen staat, kan iedereen terecht, voor informatie over de Nederlandse arbeidswetgeving, om een sofienummer aan te vragen, om te checken of het bemiddelingsbureau waar je voor werkt kosjer is, om informatie te krijgen over belastingen en voor het regelen van de hele papierwinkel. Voor die diensten betaal je een bedrag dat gerelateerd is aan je inkomen.
Welkom op de Amsterdamse arbeidsmarkt.
Woensdag las ik in de krant twee berichten die makkelijk aan elkaar kunnen worden gekoppeld. De eerste was dat VVD en D66 geen eersterangs en tweederangs expats willen. De tweede dat wethouder van der Burg de coördinerend wethouder voor Oost Europese arbeidsmigranten wordt.
Uit het eerste artikel blijkt dat het twee jaar geleden opgerichte expatcentrum, bedoeld om te helpen met de hele papierwinkel die in Nederland nodig is, alleen kenniswerkers en werknemers van bedrijven helpt waarmee een convenant is gesloten. De hoofdstedelijke fracties van D66 en de VVD zijn hier boos over en zeggen dat de gemeente door dit doelgroepen beleid een tweedeling in de expats creëert. Ik vind het punt dat ze maken terecht, maar wel opvallend. Toen het expatcentrum enige tijd geleden in de raad werd besproken en GroenLinks opperde dat het centrum ook diensten zou moeten aanbieden aan Oost Europese arbeidsmigranten, zagen de partijen daar niets in. Het centrum volgens hen niet voor iedereen bedoeld. Hoezo, geen eersterangs en tweederangs expats?
De problemen waar Oost Europese arbeidsmigranten mee kampen, en die soms ook kunnen leiden tot problemen voor de stad, worden veelal veroorzaakt omdat werkzoekenden slecht of niet geïnformeerd zijn over de mogelijkheden en onmogelijkheden voor werk in Nederland. Vaak komen ze binnen met een tijdelijk contract voor arbeidsintensief werk (het werk dat de gemiddelde Nederlander niet wil doen). Als het contract afloopt, en daarmee vaak ook de huisvesting, weten ze niet waar en hoe ze ander werk kunnen vinden. Sommigen weten zich te redden en komen via een (soms goed, maar helaas vaak een bedenkelijk) bemiddelingsbureau aan een nieuw tijdelijk contract. Anderen raken verdwaald en komen uiteindelijk op straat en in de maatschappelijke opvang terecht. Minister Kamp heeft al aangegeven dat hij werkloze Polen naar huis wil sturen (hartelijk dank dat u voor een schijnloontje hier de tomaten heeft geplukt maar we hebben u niet meer nodig, goede reis terug!) Terecht heeft Europees Commissaris Reding hem er op gewezen dat dat volgens de Europese regels helemaal niet kan.
Zou het niet veel logischer zijn als de arbeidsmigranten van waar dan ook, voor welke baan dan ook, worden ondersteunt door het expatcentrum. Nu werkt het voor hoogopgeleide personen, voor wie het inderdaad handig is dat de hele papierwinkel in een keer wordt geregeld, maar die dat met behulp van hun werkgever ook best zelf zouden kunnen. Terwijl degenen die letterlijk verdwaald raken in onze stad aan hun lot worden overgelaten. En dan is het de wethouder Zorg die als ze inderdaad bij de maatschappelijke opvang aan moeten kloppen, het gaat coördineren. Het coordinerende werk moet niet pas worden gedaan als mensen werkloos en dakloos zijn geworden, maar moet er op gericht zijn om dat te voorkomen. Door hen goed in te lichten en te ondersteunen in hun zoektocht naar werk en huisvesting.
In het expactcentrum dat mij voor ogen staat, kan iedereen terecht, voor informatie over de Nederlandse arbeidswetgeving, om een sofienummer aan te vragen, om te checken of het bemiddelingsbureau waar je voor werkt kosjer is, om informatie te krijgen over belastingen en voor het regelen van de hele papierwinkel. Voor die diensten betaal je een bedrag dat gerelateerd is aan je inkomen.
Welkom op de Amsterdamse arbeidsmarkt.
vrijdag 7 januari 2011
Gezond verstand politie versus rechtse regels
Politieke verontwaardiging is vaak nogal selectief. Toen hoofdcommissaris Welten ruim een jaar geleden via de media kenbaar maakte dat hij te weinig ruimte kreeg van de toenmalige burgemeester voor zijn ideeën over veiligheid , was mijn reactie dat hij niet de media moest gebruiken om zijn ongenoegen te uiten. De VVD was echter vooral zeer benieuwd naar zijn plannen. Nu Welten laat weten dat hij niet van plan is om vrouwen die een burka dragen te arresteren, valt de halve wereld over hem heen, de VVD als eerste, dat hij gewoon de wet moet uitvoeren en niet moet communiceren via de media. Ik was heimelijk zeer content met de uitspraken van de hoofdcommissaris en vind dat uitvoerders wel degelijk aan de bel mogen trekken als de wetgever vreemde eisen stelt.
Natuurlijk had Welten het ook via een omweg kunnen zeggen en duidelijk maken dat de prioriteit van de politie boeven vangen is, en niet onschuldige vrouwen arresteren. Maar laten we eerlijk zijn, de capaciteit van de politie komt niet erg onder druk te staan als zij die, pak ‘m beet, circa tien vrouwen in Amsterdam die zich hullen in een burka moeten aanhouden. Daarom was ik ook wel tevreden dat Welten de principiële lijn koos.
Volgens mij is deze discussie slechts het begin van wat ons nog te wachten staat. Op 2 maart mogen we naar de stembus voor de Provinciale Staten, en naast het feit dat we natuurlijk gaan stemmen voor een groen en sociaal Noord Holland, gaan we ook de verhoudingen in de Eerste Kamer bepalen. Als dat slecht verloopt en er komt een meerderheid in de Senaat voor dit rechtse kabinet, zullen we de komende jaren met nog veel meer onzalige wetgeving te maken krijgen. Wat als het werkelijk zo ver komt dat in Nederland illegaal verblijf strafbaar wordt gesteld? Ik kan me voorstellen dat de politie er niet op zit te wachten onschuldige ongedocumenteerden op te moeten pakken. Maar ook als de criminalisering van personen zonder verblijfsvergunning in eerste instantie nog niet leidt tot een illegalenjacht, kan de individuele diender in grote gewetensnood komen. Wat moet je doen als je een zwaar mishandelde ongedocumenteerde Filippijnse huishoudster treft? Je gezond verstand gebruiken en haar aangifte opnemen en de uitbuitende werkgever oppakken, of de wet volgen en het slachtoffer in de bak gooien?
Natuurlijk moeten we vooralsnog ons met hand en tand verzetten tegen de criminalisering van illegaal verblijf. Maar als dit land werkelijk de beschaving verlaat en mensen puur op het feit dat ze niet de juiste papieren hebben, als misdadigers gaat behandelen, is het goed om te weten dat het Amsterdamse politiekorps volgens Welten “let op de vrijheid, gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid. En op het moment dat er dingen gevraagd worden, goed zal nadenken voordat die stap wordt gemaakt”.
Natuurlijk had Welten het ook via een omweg kunnen zeggen en duidelijk maken dat de prioriteit van de politie boeven vangen is, en niet onschuldige vrouwen arresteren. Maar laten we eerlijk zijn, de capaciteit van de politie komt niet erg onder druk te staan als zij die, pak ‘m beet, circa tien vrouwen in Amsterdam die zich hullen in een burka moeten aanhouden. Daarom was ik ook wel tevreden dat Welten de principiële lijn koos.
Volgens mij is deze discussie slechts het begin van wat ons nog te wachten staat. Op 2 maart mogen we naar de stembus voor de Provinciale Staten, en naast het feit dat we natuurlijk gaan stemmen voor een groen en sociaal Noord Holland, gaan we ook de verhoudingen in de Eerste Kamer bepalen. Als dat slecht verloopt en er komt een meerderheid in de Senaat voor dit rechtse kabinet, zullen we de komende jaren met nog veel meer onzalige wetgeving te maken krijgen. Wat als het werkelijk zo ver komt dat in Nederland illegaal verblijf strafbaar wordt gesteld? Ik kan me voorstellen dat de politie er niet op zit te wachten onschuldige ongedocumenteerden op te moeten pakken. Maar ook als de criminalisering van personen zonder verblijfsvergunning in eerste instantie nog niet leidt tot een illegalenjacht, kan de individuele diender in grote gewetensnood komen. Wat moet je doen als je een zwaar mishandelde ongedocumenteerde Filippijnse huishoudster treft? Je gezond verstand gebruiken en haar aangifte opnemen en de uitbuitende werkgever oppakken, of de wet volgen en het slachtoffer in de bak gooien?
Natuurlijk moeten we vooralsnog ons met hand en tand verzetten tegen de criminalisering van illegaal verblijf. Maar als dit land werkelijk de beschaving verlaat en mensen puur op het feit dat ze niet de juiste papieren hebben, als misdadigers gaat behandelen, is het goed om te weten dat het Amsterdamse politiekorps volgens Welten “let op de vrijheid, gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid. En op het moment dat er dingen gevraagd worden, goed zal nadenken voordat die stap wordt gemaakt”.
Abonneren op:
Posts (Atom)