zondag 5 april 2009

Thérèse stapt uit het vak

Na 31 jaar zegt Thérèse van der Helm de Amsterdamse prostitutie vaarwel. Op 2 april kwam het hele Nederlandse prostitutieveld - hulpverleners, beleidsmakers, sekswerkers, politie, het Leger des Heils, onderzoekers, bordeelexploitanten en wethouder Marijke Vos - in een bomvol Betty Asfalt Complex afscheid nemen van de Amsterdamse Vertrouwensvrouw prostituees.

In haar werk langs de ramen en in de clubs verenigde Thérèse twee functies, die van gezondheidsvoorlichter en vertrouwenspersoon, op een unieke manier. Zij kwam binnen met de gezondheidsboodschap, maar verkondigde ondertussen ook het E- woord: Empowerment door middel van safe seks. Door vrouwen te informeren over veilige seks, moedigde zij hen aan goed voor zichzelf te zorgen én voor zichzelf op te komen. Door het dagelijkse contact met sekswerkers werd steeds beter duidelijk aan welke informatie vrouwen behoefte hadden, met welke vragen zij zaten en wat hun individuele problemen waren. In een zaaltje op de Zeedijk organiseerde zij taallessen voor buitenlandse prostituees, met Mariska Majoor gaf ze cursussen weerbaarheid. Veel van de projecten die op die manier kleinschalig zijn opgezet, zijn nu vast onderdeel van de werkzaamheden van het Prostitutie en Gezondheidscentrum P&G 292, de kroon op Thérèses werk.

In 20 jaar heeft Thérèse alle veranderingen in de Amsterdamse prostitutie en het beleid meegemaakt. Zij zag de Nederlandse vrouwen weggaan en de Latijns Amerikaansen komen, die op hun beurt weer plaatsmaakten voor Oost Europese en Afrikaanse vrouwen. Zij zag de gedoogzone voor tippelaarsters aan de De Ruyterkade onder druk van de buurt in de jaren 80 verdwijnen, om in 1997 terug te keren als officiële tippelzone aan de afgelegen Theemsweg die vervolgens in 2003 onder politieke druk weer zou sluiten. Ze heeft de hooggespannen verwachtingen van de legalisering van de branche in 2000 geleidelijk zien omslaan in teleurstelling over de resultaten.
In haar afscheidsspeech refereert zij aan de dubbele houding van de overheid ten opzichte van prostitutie. Enerzijds wil de overheid dat het in de prostitutiebedrijven goed is geregeld en honoreert zij voorstellen voor gezondheidszorgprojecten en maatschappelijk hulpverlening. Anderzijds wordt prostitutie als een noodzakelijk kwaad gezien waaraan strenge beperkingen moeten worden gesteld. De sluiting van de ramen in het Wallengebied is daar een voorbeeld van. Haar grootste ergernis is dat bij alle beleidswijzigingen zo weinig rekening wordt gehouden met de dagelijkse realiteit van sekswerkers. Thérèse was niet iemand die op de barricaden klom, als GGD ambtenaar gaat dat niet zo gemakkelijk. Maar met de invloed die ze had, wees ze beleidsmakers en politici fijntjes op de gevolgen van hun voornemens en ging vervolgens aan de slag met nieuwe projecten om prostituees, waar ze ook werkten, toch te kunnen bereiken met de gezondheidsboodschap en het E-woord.
De dubbele houding ten aanzien van prostitutie zal helaas niet snel verdwijnen. Daarom zijn mensen als Thérèse zo belangrijk die, ongeacht het politieke klimaat, opkomen voor de belangen van sekswerkers. Thérèse zullen we gaan missen, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het team van P&G 292 haar missie zal voortzetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten