vrijdag 17 april 2009

Trots op Marijke

In de Tweede Kamer rolden de leden vandaag bijna over elkaar om hun verontwaardiging uit te spreken over wethouder Marijke Vos van Amsterdam. Wat had Marijke namelijk gedaan? Zij had in het Parool gezegd dat zij tijdelijke hulp zal blijven bieden aan uitgeprocedeerde asielzoekers in een noodsituatie. Een moeder met een chronisch ziek kind, die zijn afgewezen maar wachten op een uitspraak voor verblijf voor medische behandeling en in de tussentijd (die heel lang kan duren) geen enkele aanspraak kunnen maken op welke zorg dan ook. Hiermee negeert zij niet de afspraken die met het Rijk zijn gemaakt dat gemeenten geen noodopvang meer mogen bieden vanwege het Generaal Pardon, zij neemt gewoon de zorgplicht die Amsterdam heeft serieus. Maar de kamerleden van rechts naar links voorzagen alweer toestromen van illegalen naar Amsterdam. De VVD vreest een aanzuigende werking. Ja, je ontvlucht je land voor je lol en gaat jarenlang in een vreemd land zwerven op straat in de hoop dat als je doodziek wordt, je tijdelijke noodhulp krijgt van de gemeente. CDA’er Wim van der Kamp gaat er vanuit dat mensen die echt problemen hebben wel kunnen aankloppen bij de voorzieningen die er voor iedereen in Amsterdam zijn, zoals het Leger des Heils. Nee Wim, ook instellingen als het Leger de Heils mogen ongedocumenteerden niet meer bieden dan een kop koffie, een boterham en misschien af en toe een douchebeurt. Zelfs de eens zo sympathieke PvdA’er Hans Spekman vindt dat Vos veel te ver gaat. Ze moet er maar vertrouwen in hebben dat het Rijk zich aan de afspraak gaat houden dat uitgeprocedeerden die niet terug kunnen naar het land van herkomst niet op straat belanden. En in de tussentijd Hans, zolang het Rijk die afspraken niet nakomt, moeten die mensen dan maar creperen op straat?
Wat Amsterdam doet voor uitgeprocedeerde asielzoekers is werkelijke het minimale wat je van een gemeente zou moeten kunnen verwachten. Het bieden van hulp aan mensen in nood. Maar zelfs dat gaat de Tweede Kamer leden te ver. Gelukkig houdt Marijke haar rug recht. “Indien nodig bieden wij hulp. Als mensen op het grondgebied van je gemeente in nood zijn, moet je hun hulp kunnen verlenen. Geen enkele afspraak mag je daarin beperken.''

2 opmerkingen:

  1. Ik ben ook trots op Marijke.
    En ik erger me enorm aan de beeldvorming. Door het gebruik van het woord 'noodopvang' wordt gesuggereerd dat er ergens een speciale instelling is dan wel komt waar uitgeprocedeerden kunnen wonen. Quod non. Het is niet meer en niet minder dan de minimale humanitaire zorg bieden aan mensen in nood. En dat zijn we verplicht om te doen. Moreel en juridisch. Of de kamer nu hoog of laag springt.

    BeantwoordenVerwijderen